In het Engels zegt de uil ‘who-who’. Photo by Dominik van Opdenbosch via Unsplash
Wie de Engelse taal wil leren komt er vroeg of laat achter: Engels zit boordevol verwarrende woorden. Denk bijvoorbeeld aan there/their/they’re, accept/except en it’s/its. Wanneer moet je nu de een of de ander gebruiken? Over dit soort Engelse twijfelwoorden schrijf ik regelmatig op deze website. Vandaag leer ik je hoe je de woorden who’s en whose op de juiste manier moet gebruiken.
Je kent het gevoel vast wel. Zit je een email in het Engels te schrijven, weet je ineens niet meer welk woord je moet gebruiken. Veel mensen hebben dat met woorden als who’s en whose. Ze klinken precies hetzelfde, maar wanneer moest je alweer de een of de ander gebruiken? No worries! Ik leg je precies uit hoe dat zit.
Zo gebruik je who’s
Laten we eerst beginnen met who’s. Deze is eigenlijk heel simpel: who’s is een samenvoeging van who is (wie is) of van who has (wie heeft).
Who’s = who is of who has
Tip: Kun je de who’s in je zin niet vervangen door who is of who has, dan weet je dat de zin niet klopt.
Goed: Who’s (who is) coming to the party on Friday?
Fout: Whose coming to the party on Friday?
Vaak hoort er na who has nog een woordje, namelijk got of been. Who has got (who’s got) gebruik je met he, she en it (derde persoon enkelvoud). Hier even wat voorbeeldzinnen:
Who has got time? (wie heeft wat tijd?)
Who’s got an idea? (wie heeft er een idee?)
The person who has got an extra ticket needs to come to the front desk. (De persoon die een extra kaartje heeft moet naar de balie komen.)
Who has been (who’s been) gebruik je ook met he, she en it. Zo gebruik je who’s been in een zin:
Who’s been eating all my cookies? (Wie heeft al mijn koekjes opgegeten?)
That man who has been waiting for you is getting impatient. (Die man die op je heeft zitten wachten wordt ongeduldig.)
We would like to thank everyone who has been involved in the project. (Wij willen iedereen bedanken die bij het project betrokken is geweest.)
Let er nogmaals wel op dat we het woord has in het Engels alleen gebruiken met de derde persoon enkelvoud vorm, dus met he, she en it. Met alle andere persoonsvormen gebruiken we het woord have. Dan wordt het dus:
he/she/it + has (vaak afgekort naar he’s/she’s/it’s)
I/you/we/they + have (vaak afgekort naar I’ve/you’ve/we’ve en they’ve)
En zo gebruik je whose
Hoe zit het dan met whose? Het woord whose is de bezittelijke vorm van who en which (wie en welk). Het beschrijft dus wie de eigenaar van iets is. Dat ‘iets’ kan een object zijn – een huis of een boek, bijvoorbeeld, maar het kan ook een huisdier of een persoon zijn – een hond, een moeder, een vriendin. En verder kan het ook naar iets abstracts verwijzen, zoals een idee, een mening of een emotie.
Even wat voorbeeldzinnen:
Whose idea was it to put lipstick on the dog? (Wiens idee was het om lippenstift op de hond te doen?)
She is someone whose opinion I value. (Zij is iemand wiens mening ik waardeer.)
Does anyone know whose bike this is? (Weet iemand wiens fiets dit is?)
Stella, whose brother is an architect, is thinking of moving to New Orleans this summer. (Stella, wiens broer architect is, denkt erover om deze zomer naar New Orleans te verhuizen.)
Mini-quiz!
Nu je het verschil weet tussen who’s en whose, weet je vast welke zin(nen) in de quiz hieronder wel of niet kloppen 😉. De antwoorden staan onderaan.
- Whose that knocking at the door?
- Do you know who’s keys these are?
- Who’s cooking dinner tonight?
- Whose been sleeping in my bed?
- She’s the woman whose brother is getting married.
- I wonder who’s driving her to work next week?
- He’s asking everyone whose got time to help out.
- Whose got brown eyes in your family?
Weet je nog meer verwarrende woorden in het Engels en wil je dat ik die voor je uitleg in een van mijn blogs? Stuur me dan een berichtje via het contactpagina, dan ga ik er voor je naar kijken!
Antwoorden:
- Who’s/who is 2. Whose 3. Who’s/who is 4. Who’s/who has 5. Whose 6. Who’s/who is 7. Who’s/who has 8. Who’s/who has