Is this cat in, on or at the table? Photo by Paul Hanaoka via Unsplash.
Veel mensen die Engels leren vinden het lastig om de woorden in, on en at uit elkaar te halen. Is het nu bijvoorbeeld ‘in the moment’ of ‘at the moment’? En moet je nu ‘at Tuesday evening’ of ‘on Tuesday evening’ zeggen? Het zijn piepkleine woordjes, maar ze kunnen je toch best veel koppijn verzorgen als je niet weet hoe je ze op de juiste manier moet gebruiken.
Mocht je af en toe ook worstelen met in, on en at, dan kan ik je in ieder geval meteen geruststellen dat je hier niet alleen in bent. Zelfs gevorderden halen ze soms door elkaar (fijn, hé? 😉). Maar toch wil je natuurlijk wel het liefst geen fouten hiermee maken. Niet dat je nu geheel foutloos Engels moet kunnen spreken, vind ik – het merendeel van de native speakers lukt dit niet eens. Maar je wil wel misverstanden vermijden en zorgen dat anderen je goed kunnen verstaan. En omdat woorden als in, on en at allemaal verschillende betekenissen kunnen hebben afhankelijk van hoe je ze in een zin gebruikt, is het wel belangrijk om hier bij stil te staan.
Prepo-hoe?
Woorden als in, on en at noem je voorzetsels (prepositions in het Engels). Je hebt er nog veel meer van, denk bijvoorbeeld aan to, of, with, for, from, toward, about, among en between. Er zijn er in totaal zo’n 150 van. Voorzetsels dienen als de lijm die de woorden in een zin aan elkaar verbindt. Ze vertellen ons iets over het verband tussen de mensen, objecten en locaties in de zin, of geven aan wanneer iets plaatsvindt. Best nuttige woordjes, dus!
Een van de redenen dat Engelse voorzetsels wat lastig kunnen zijn om te leren, is dat er geen vaste regels of formules zijn wat hun toepassing betreft. In, on en at kun je bijvoorbeeld gebruiken in zinnen die met tijd te maken hebben, maar ook wanneer het over een plaats of locatie gaat. En gebruik je ze na een werkwoord of bijvoeglijk naamwoord, dan krijgen ze weer een andere, meer abstracte betekenis:
Na een werkwoord:
Depending on the weather, we might eat outside this evening (Afhankelijk van het weer, eten we vanavond misschien buiten.)
Na een bijvoeglijk naamwoord:
She’s good at tennis (Ze is goed in tennis.)
Let er wel op dat de Nederlandse vertaling van in, on en at steeds kan verschillen afhankelijk van de zin in het Engels. Hier kun je bijvoorbeeld zien dat je alleen al het woordje ‘at’ op wel 15 verschillende manieren kunt vertalen!
Maar voordat je nu denkt ‘pffft, stomme Engels, ik ga maar Japans leren’, ga ik je een gouden tip geven hoe je Engelse voorzetsels op een relatief pijnloze manier kunt leren.
De Gouden Tip om in, on en at te leren
In plaats van dat je alle verschillende toepassingen van in, on en at (en andere voorzetsels) uit je hoofd probeert te leren, is het een stuk makkelijker om ze in ‘brokken’ of zinsdelen te leren. Voorzetsels als in, on en at komen namelijk over het algemeen voor in vaste woordencombinaties, zogenaamde prepositional phrases. Je herkent deze in veelvoorkomende uitdrukkingen als in the morning, on demand of at the moment. Zet je Engelse antenne daarom aan en probeer goed te letten op dit soort woordencombinaties wanneer je naar iets in het Engels luistert of leest. Wanneer je dit een tijdje doet, zul je merken dat je de patronen steeds makkelijker gaat herkennen!
Verder zijn er online uitgebreide lijsten te vinden met prepositional phrases, zoals deze bijvoorbeeld.
In onderstaande tabellen kun je verder lezen op welke manieren je in, on en at in het Engels kunt gebruiken.
Hoe gebruik je ‘in’ in het Engels?
Tijdsperioden, zoals minuten, uren, dagdelen, maanden, seizoenen, jaren, tijdperken en eeuwen
|
In a few minutes/hours (over enkele minutes/uren) In a moment (zo meteen) In the past/future (in het verleden/de toekomst) In the morning/afternoon/evening* In July In the spring (in het voorjaar) In 2022 In the sixties (in de jaren zestig) In the Stone Age (in de Stenen Tijdperk) In the 20th century (in de 20e eeuw) *Uitzondering: voor de nacht gebruik je ‘at’ (at night). |
Plaatsen, landen en locaties
|
In New York In the Netherlands In the neighborhood (in de buurt) In the world (in de wereld) |
(Gesloten) ruimtes, zowel binnen als buiten
|
In the box (in het doos) In the pocket (in de zak/op zak) In the car/taxi (in de auto/taxi) In the room (in de kamer) In the office (op kantoor) In a book (in een boek) In the garden (in de tuin) In the sky (in de lucht) |
Veelgebruikte uitdrukkingen (prepositional phrases) met ‘in’ |
In any case (in ieder geval) In common (to have something in common = iets gemeen hebben) In fact (in feite) In advance (van tevoren, bij voorbaat) In fashion (in de mode) In general (in het algemeen) |
Hoe gebruik je ‘on’ in het Engels?
Feestdagen, dagen van de week en specifieke data |
On Tuesday (op dinsdag) On Fridays (op de vrijdagen) On Sunday morning(s)* On August 12th On March 9th 2022 On New Year’s Eve (op Oudejaarsavond) On Christmas Day (op [eerste] kerstdag) On the weekend (Amerikaans-Engels) On my birthday (op mijn verjaardag) *Let op, het is ‘in the morning’, maar ‘on Sunday mornings’, omdat het in het laatste geval om een specifiek dagdeel gaat. |
Oppervlaktes, zowel groot als klein |
On the table (op de tafel) On the wall (aan de muur) On the bed (op het bed) On planet Mars (op de planeet Mars) |
Links en rechts |
On the left (aan de linkerkant) On the right (aan de rechterkant) |
Verdiepingen van gebouwen
|
On the first floor (op de eerste verdieping) |
Openbare vervoersmiddelen
|
On the plane (in het vliegtuig) On the bus (in de bus) On the train (in de trein) |
Televisie, radio
|
On television/tv (op de televisie/tv) On the radio (op de radio) |
Veelgebruikte uitdrukkingen (prepositional phrases) met ‘on’ |
On time (op tijd) On the way (onderweg) On demand (op aanvraag) On sale (in de uitverkoop) On average (gemiddeld) On behalf of (namens) On second thought (bij nader inzien) On display (tentoongesteld) On edge (op scherp, zenuwachtig) |
Hoe gebruik je ‘at’ in het Engels?
Specifieke tijdstippen en momenten |
At the moment (op het moment) At ten past nine (om tien over negen) At breakfast/lunch/dinner (bij het ontbijt/de lunch/het avondeten) At dawn (bij dageraad) At sunrise (bij zonsopgang) At noon (om 12 uur ‘s middags) At sunset (bij zonsondergang) At night (‘s nachts) At midnight (om middernacht) At the weekend (Brits-Engels) At the end of the week (aan het einde van de week) |
In de richting van of naar iemand/iets |
Looking at someone/something (naar iemand/iets kijken) Pointing at someone/something (wijzen naar iemand/iets) Throwing something at someone/ something (Iets naar iemand/iets gooien) |
Na een bijvoeglijk naamwoord, om aan te geven hoe goed iemand iets doet |
She’s good at listening (ze kan goed luisteren) He’s bad at playing tennis (hij is slecht in tennissen) |
Op een plaats of locatie |
At the train station (op het treinstation) At the airport (op het vliegveld/de luchthaven) At home (thuis) At school (op school) At the park (in het park)
N.B. Het voorzetsel ‘at’ gebruik je om te verwijzen naar bepaalde plekken of locaties, bijvoorbeeld openbare ruimtes en gebouwen. ‘At’ wordt soms verward met het voorzetsel ‘in’. Maar over het algemeen gebruik je ‘in’ om aan te geven dat er iets binnen het gebouw gebeurt, en ‘at’ om aan te geven dat er iets op de locatie gebeurt. |
Veelgebruikte uitdrukkingen (prepositional phrases) met ‘at’ |
At an advantage (in het voordeel) At a distance (op een afstand) At any rate (in ieder geval) At length (uitvoerig, uitgebreid) At random (op een willekeurige manier) At a glance (in een oogopslag) At short notice (op korte termijn) At ease (op het gemak) At most (hoogstens, hooguit) At odds (with) (op gespannen voet (met)) |
Wil je graag even oefenen met in, on en at in Engelse zinnen? Je kunt hier, hier en hier leuke oefeningen vinden.
Weet je nog meer verwarrende woorden in het Engels en wil je dat ik die voor je uitleg in een van mijn blogs? Stuur me dan een berichtje via het contactpagina, dan ga ik er voor je naar kijken!