Tijdens gesprekken met Nederlanders in het Engels valt het me op dat mensen vaak het woord ‘when’ gebruiken wanneer ze eigenlijk ‘if’ bedoelen. Meestal lukt het dan om uit de context van het gesprek te halen wat ze hiermee bedoelen, maar soms kan het wel voor wat verwarring zorgen. Als luisteraar moet je dan een klein vertaalsprongetje maken om de betekenis achter de woorden te ontcijferen.
In deze blog leg ik daarom uit hoe je ‘if’ en ‘when’ op de juiste manier in het Engels gebruikt en ook wat de verschillen en overeenkomsten zijn met ‘als’ en ‘wanneer’ in het Nederlands.
Verschillen en overeenkomsten
In het Nederlands betekenen de woorden ‘als’ en ‘wanneer’ bijna precies hetzelfde. Je kunt ze dus prima met elkaar verwisselen in een zin: ‘Ik gebruik altijd een koptelefoon als ik naar muziek luister/ Ik gebruik altijd een koptelefoon wanneer ik naar muziek luister.’
In het Engels ligt dit anders. De betekenissen van ‘if’ en ‘when’ verschillen duidelijker van elkaar en je kunt ze over het algemeen niet zomaar met elkaar verwisselen. Kijk bijvoorbeeld naar de volgende zinnen:
If the weather is nice this weekend, we can have dinner in the garden. (Als het mooi weer is dit weekend, kunnen we ’s avonds in de tuin eten.)
She’s going to give Brian the news when he gets home from work (Ze gaat Brian het nieuws vertellen als hij thuiskomt van zijn werk.)
In de eerste zin zit er een bepaalde onzekerheid of voorwaardelijkheid: je weet niet zeker of het mooi weer gaat worden of niet. Je moet het dus nog afwachten of je plannen om buiten te eten nog door kunnen gaan. In deze zin betekent if hetzelfde als mits, indien, als en op voorwaarde dat.
In de tweede zin klinkt het allemaal een stuk zekerder: Brian gaat dat nieuws krijgen zodra hij thuiskomt. Er zit nog wel een beetje voorwaardelijkheid in, want ja, wie weet besluit Brian het vliegtuig naar Toscane te pakken en komt ie helemaal niet thuis. Maar die kans is waarschijnlijk vrij klein. In deze zin betekent when hetzelfde als wanneer en zodra.
Maar in beide Engelse zinnen kun je if en when niet met elkaar verwisselen. Je kunt dus niet zeggen:
When the weather is nice this weekend, we can have dinner in the garden. (Dit klinkt vreemd in het Engels.)
She’s going to give Brian the news if he gets home from work. (Blijkbaar is het nog niet zeker of Brian thuis zal komen.)
Hoe gebruik je ‘if’ in het Engels?
Het woord if gebruik je:
- als het nog niet zeker is of iets gaat gebeuren
- als de uitkomst van een situatie voorwaardelijk is
If gebruik je in het Engels in zogenaamde ‘als-dan’ zinnen (‘voorwaardelijke bijzinnen’, zoals dat officieel heet). In het Engels noem je dit soort zinsconstructies ‘conditionals’ of ‘conditional sentences’.
Verder kun je ook if gebruiken om adviezen te geven, om plannen, beloftes, waarschuwingen en voorspellingen te maken en om dromen of wensen in de toekomst of in het verleden uit te drukken:
If you want to sleep better, you shouldn’t drink coffee in the evening. (Als je beter wilt slapen, kun je ’s avonds beter geen koffie drinken.)
We can meet on Thursday afternoon, if the meeting finishes on time. (We kunnen donderdagmiddag afspreken, als de vergadering op tijd klaar is.)
If you eat all my chocolate, I will never speak to you again. (Als je al mijn chocolade opeet, praat ik nooit meer tegen je.)
You had better bring an umbrella, if you don’t want to get wet! (Je kunt maar beter een paraplu meenemen, als je niet nat wilt worden.)
She would travel the world, if she didn’t have so many responsibilities. (Ze zou de wereld rondreizen, als ze niet zoveel verantwoordelijkheden had.)
If he had left work earlier, he would have been on time for dinner. (Als hij vroeger van zijn werk was vertrokken, dan was hij op tijd geweest voor het eten.)
Let op: het zinsdeel met ‘if’ staat nooit in de toekomende tijd, ook niet wanneer je het hebt over iets wat nog niet heeft plaatsgevonden. Je zegt dus niet ‘if you will eat all my chocolate’, of ‘if you will not want to get wet.’
Hoe gebruik je ‘when’ in het Engels?
Het woord when gebruik je meestal in verband met een moment in de tijd. Je kunt het dan vertalen met wanneer, zodra of toen.
When gebruik je wanneer je er redelijk zeker van bent dat iets gaat gebeuren of al is gebeurd:
I will read your email when I get to work tomorrow. (Ik zal je e-mail lezen als/zodra ik morgen op mijn werk ben.)
When did you get home after the party last Saturday? (Wanneer/Hoe laat ben je thuisgekomen na het feest afgelopen zaterdag?)
Could you let me know when you have time to read the article? (Kun je me laten weten wanneer je tijd hebt om het artikel te lezen?)
Verder kun je when ook gebruiken voor situaties die zich regelmatig herhalen, bijvoorbeeld bepaalde gewoontes of tradities.
When he listens to music, it helps him fall asleep more easily. (Als hij naar muziek luistert, valt hij makkelijker in slaap.)
They like to go camping when they’re in Idaho. (Ze gaan graag kamperen als ze in Idaho zijn.)
Wanneer mag je wél ‘if’ en ‘when’ met elkaar verwisselen?
In sommige zinsconstructies werkt het wel evengoed om zowel if als when in een zin te gebruiken. Je mag dan kiezen welke je gebruikt, want ze betekenen hetzelfde. In het Engels noem je dit soort zinsconstructies ‘zero conditionals’. Deze gebruik je wanneer de zin over een bepaald feit gaat:
Ice melts when you heat it. (IJs smelt als je het verwarmt.)
Ice melts if you heat it.
If you mix red and blue, it makes the colour purple. (Als je rood en blauw mengt, wordt de kleur paars.)
When you mix red and blue, it makes the colour purple.
Zo gebruik je when in ieder geval niet
De fout die veel Nederlanders maken is om when te gebruiken in voorwaardelijke zinsconstructies, bijvoorbeeld:
When I see Marieke next week, I will give her your message.
Hiermee wordt bedoeld ‘Als ik haar zie volgende week, dan geef ik haar je bericht’, maar je gespreksgenoot zal dit als een belofte horen. Je bent er dus zeker van dat je volgende week Marieke gaat zien en dat je het bericht zult doorgeven.
We will be going to Spain in August when we have finished the project.
Je bedoelt dat je mogelijk naar Spanje gaat, mits je klaar bent met je project. Maar je gesprekspartner zal denken dat je plannen veel definitiever zijn: je gaat naar Spanje zodra je het project afrond.
Zo zit dat dus met if en when in het Engels!
Weet je nog meer van dit soort verwarrende woorden in het Engels en wil je dat ik die in een toekomstige post voor je ga toelichten? Stuur me dan een berichtje via het contactpagina, dan ga ik er voor je naar kijken!